Week 1
Zondag 4 augustus 2019. New York
Op zondag 4 augustus begint een nieuwe reis naar Amerika. Dick komt om ons om 7 uur weg te brengen naar Schiphol. We vliegen om precies 11 uur met Delta airlines weg. Dit keer hebben we businessclass plaatsen genomen. Dan zit je ruim en krijgt goed te eten en te drinken. Na 7,5 uur vliegen komen we een half uur voor de vastgestelde tijd op JFK airport aan. Meteen whatsappen we Darlene dat we geland zijn. Dave en Darlene zijn van hun kamphuis aan Stoner Lake gekomen en zijn al om 8 uur van huis gegaan. Wij hebben trouwens onze klokjes 6 uur terug gezet en het is rond 1 uur dat we geland zijn. Zij hebben een goede parkeerplaats kunnen vinden en wachten op een seintje van ons als we naar buiten komen. Dan komen zij aangereden naar de oppakplaats. Zo gezegd, zo gedaan, alhoewel we er een uur over gedaan hebben om door de immigratie te komen. Maar dat weten we zo langzamerhand wel.
Meteen als we ingestapt zijn, rijdt Dave weg van het vliegveld naar Washington D.C. Volgens planning duurt het 4,5 uur. Helaas was dat te optimistisch gedacht. We zijn pas om half 9 in ons hotel met maar 1 korte stop onderweg. Ons hotel staat in de ambassadebuurt aan de Massachusetts Avenue vlakbij Dupont Circle. Het hotel heet Embassy row hotel. Een prima keuze vinden wij, zowat in het centrum van de stad en onder het hotel kan de auto opgeborgen worden.
We gaan direct naar onze kamer. Wij zijn bek af. Ik haal beneden nog een yoghurtje voor ons beiden en om half 10 liggen we al in bed. We hebben afgesproken om 8 uur morgenochtend beneden in de lobby klaar te staan voor onze 1e dag hier in Washington D.C.
Maandag 5 augustus 2019. Washington DC
En om 8 uur gaan we inderdaad op pad. We gaan lopen, want het is niet zo ver om bij het Witte Huis te komen. Onderweg gaan we wel ergens ontbijten. Wat een geluk, we gaan een frans uitziende broodjeswinkel binnen, zoiets als Paul’s, en hier zijn ze bezig om het personeel te trainen en in te werken. Daarom is het eten allemaal gratis, ook de koffie en de thee. Het is treffend dat je niemand hier misbruik van ziet maken door bijvoorbeeld een pak koeken mee te nemen of zo. Na een heerlijke croissant en een bekertje aardbeien met room hebben we genoeg gegeten en gaan we weer verder. Opeens wordt de weg aan meerdere kanten geblokkeerd en dan komt er in razende snelheid een kolonne voorbij. Eerst 10 motoren met zwaailichten en sirenes en dan 6 grote geblindeerde limousines. Het kan niet anders dan dat er in 1 ervan president Trump zit. Om 10 uur gaat hij een persconferentie geven naar aanleiding van 2 schietpartijen gisteravond. De vlaggen van alle overheidsgebouwen hangen half stok.
Daarna lopen we weer door en het eerste gebouw waar we bij stilstaan is het Witte Huis. Er staan allemaal hekken omheen. Je kan het alleen vanuit de verte zien en dan nog maar gedeeltelijk. Maar o.k., we hebben er voor gestaan en er ook omheen gelopen.
Met het Witte Huis begint The Mall. Dit is eigenlijk een langgerekt park met allerlei gedenkplaatsen er in, bijvoorbeeld het Vietnammemorial en het Koreanwar memorial en ook eentje voor de soldaten van de 2e wereld oorlog, en met allemaal overheidsgebouwen er omheen.
Links waar de Mall eigenlijk begint, staat het Lincoln memorial.
Het andere uiterste van The Mall is Capitol Hill. Hier staat het Capitol, waar het congres zetelt. Wij noemen dat het parlement met de 1e en 2e kamer. Hier is dat het huis van Afgevaardigen en de Senaat. Morgen gaan we dat bezoeken met een rondleiding.
Nu lopen we langs de obelisk die in het midden van The Mall staat. Hij is gemaakt van marmer uit Virginia en het onderste gedeelte stond er voor de burgeroorlog en het bovenste deel werd er na 1865 opgezet. Je kan het kleurverschil goed zien.
Dan lopen we langs de FED en langs het gebouw van het Rode Kruis op weg naar een achthoekig gebouw waar tegenwoordig het architecten museum in is gevestigd. Het is helaas gesloten.
Dan maar naar het museum tevens zetel van de Dochters van de Amerikaanse revolutie, de D.A.R. Alleen de vrouwen als nazaten van degenen die echt zelf in de vrijheidsoorlog gevochten hebben , van 1773 tot 1781, mogen lid zijn van deze society. Dit is wel open en ook nog gratis ook. Dave’s voorvader vocht in deze oorlog en zijn dochter heeft het recht om lid te worden, net als zijn grootmoeder lid was. Deze vrouwen brachten geld bijeen om de oorlog te bekostigen.
Het volgende doel is het Lincoln Memorial center, maar eerst gaan we wat eten. Darlene gebruikt haar mobieltje om iets geschikts uit te zoeken. Het wordt de Californian tortilla. Het is meer Mexicaans, maar we eten meer dan genoeg en kunnen weer verder. Op naar het Lincoln Memorial. Dit is werkelijk een immens gebouw met een immens beeld van Abraham Lincoln gezeten op een stoel er in. Het is een rond gebouw met grote pilaren rond om. Middenin staat alleen het beeld van Lincoln en aan de wanden kun je 3 stukken van zijn speeches lezen. Hij heeft Amerika door de burgeroorlog heen geloodst, hij was nog maar net president of het werd oorlog. Het zuiden wilde zich namelijk afscheiden van het noorden omdat men er de slavernij vooral op de plantages niet wilde opgeven. Van afscheiding wilde Lincoln echter niets weten en dus werd er om gevochten. Dit duurde van 1861 tot en met 1865. Aan het eind van de oorlog werd de slavernij afgeschaft. Het zuiden had de oorlog verloren en dus was er van afscheiding geen sprake en kregen alle slaven hun vrijheid. Over de impact voor deze mensen ga ik het hier niet hebben, maar ze hadden geen scholing en ook geen huizen of ander bezit. Hoe dat gegaan is, zou een hele studie waard zijn. Die is er misschien ook wel, maar ik zou het niet weten. De Unie was gered en kon nu ook verder uitbreiden met allerlei territories die langzamerhand is Staten omgezet werden. Inmiddels waren er spoorlijnen door het oostelijk deel aangelegd en dat breidde steeds verder naar het westen uit. Zo ook door de nieuwe staten die gevormd werden, zonder slavernij vanaf nu. Meteen na de vrede, maar nog voor de nieuwe situatie in de grondwet verankerd kon worden zoals Lincoln dit voor ogen had, werd hij in het Ford theater bij een toneelstuk vermoord door de een of andere onverlaat.
Inmiddels is het al na drie uur. Darlene heeft op haar plattegrond ontdekt dat er een cirkelbus gratis rondrijdt. Die gaan we een stukje nemen, want we zijn nog niet klaar met ons bezoek.
Langs de Mall staat een groep van erg interessante musea, die je kan samenvatten als het Smithonian’s. Wij kiezen vandaag het museum van de Native Americans, inclusief de mensen van heel Noord, – Midden en Zuid Amerika. Het is een prachtig museum, qua bouw lijkt het op het Guggenheim museum in NYC. In anderhalf uur kan je nooit het hele museum doen, alhoewel Jan kan dat wel en ik zeker niet. Ook Dave en Darlene slaan verdieping 2 en 3 over. Wel lees ik het meeste over “The Trail of Tears” . Dit gaat over het gedwongen verplaatsen van de Cherokee indianen van de ene kant van de Mississippi naar de westkant ervan. Op onze cruise hebben we een excursie hier over. Dan kan ik er nog wat meer op ingaan.
Een aspect van de organisatie van de Indianen is erg interessant en dat is dat de vrouwen de leiders aanstellen, voor zover er in elke groep van een leider gesproken kan worden. De kinderen krijgen de naam van de moeder en de mannen gaan over naar het huis van hun vrouwen als ze trouwen. Je kan dus wel spreken van een matriarchaat. Dit inspireerde in de jaren ’20 de andere vrouwen om zich te organiseren en voor hun rechten te vechten, dit waren de suffragettes.
Als slot nemen we nog een keer de bus om het Jefferson Memorial te bezoeken. Jefferson schreef de Bill of Rights en de Declaration of Independance in 1776 en was zelf de 3e president van de 13 Verenigde Staten van Amerika.
Nu zijn we wel wat moe geworden en we nemen de bus tot aan het punt waar we verder te voet naar ons hotel kunnen lopen. Onderweg eten we en dat doen we in een Grieks restaurant. Dit was een chique restaurant en we hebben er heerlijk gegeten. Zo kunnen we het laatste stukje nog teruglopen. Om half 10 arriveren we en gaan meteen naar onze kamers.
Ik tik meteen dit verslag. Nu is het bijna half 12 en morgen hebben we weer een heel programma voor de boeg en dus weer om 8 uur afgesproken.
Dinsdag 6 augustus 2019. Washington DC
Vanmiddag hebben we een rondleiding in het Capitool. Hierom hebben we ons programma toegewerkt naar deze afspraak.
We gaan weer om 8 uur lopend op pad en ontbijten nu bij Paul’s. Deze broodjesketen vind je ook over de hele wereld. Eens aten wij er, maar dan in Dubai.
Onze eerste bezichtiging is het National Building Museum. Dit gebouw is in 1887 voltooid. Het was bedoeld als Pension Bureau Building. Hier werden de pensioenen aan de veteranen van de Civil War (van 1861 tot 1865) uit gekeerd. De architect en bouwer was een militaire ingenieur, generaal Montgomery C.Meigs. Hij zag in Rome het palazzo Farnese van Michelangelo en besloot het na te bouwen, maar dan 2x zo groot en met bakstenen. Dan kwam hij wel met zijn budget uit. Het is inderdaad een immens gebouw met pilaren van 75 voet hoog. Nu is het een museum en je kan er rondkijken en wat te weten komen over de pilaren en de verdere details van het gebouw. In het midden is er een kinderspeelplaats gecreëerd en er maken inderdaad heel veel kinderen gebruik van. Ook in de vertrekken rondom deze Lawn op de 1e verdieping zie je overal kinderen tekenen, knutselen en lezen en allerlei spelletjes doen.
Deze binnenhal, omringd door de enorme zuilen, wordt ook gebruikt bij het inaugurele bal bij de installatie van elke nieuwe president.
Na 1 uur hebben we het wel gezien. Er staat nog meer op het programma. Dave wil graag het Supreme Court en de bibliotheek van het Congres bezoeken. Dus gaan we weer op weg. Het wordt al weer warmer en warmer, zeker in de zon. Dan is mijn hoed een uitkomst. We hebben 90 minuten voor beide gebouwen en een lunch.
Eerst het Supreme Court , hier zetelt de derde poot van de trias politica, het juridische deel ervan. Het hof bestaat uit 9 door de president benoemde rechters die in uiterste noodzaak recht doen aan met name de grondwet, hier de constitutie genoemd. Het Witte Huis is de uitvoerende macht en het Capitool is de wetgevende macht, alle drie de gebouwen zijn hier aan beide uiteinden van de Mall gevestigd. Slechts 1% van de voorgedragen zaken wordt in behandeling genomen, laatst 70 van de 7000 zaken. De toegang is vrij, alleen de entreehall die al groot genoeg is, is toegankelijk voor bezoekers. De rechtszaal is gesloten. Met alle standbeelden en teksten en foto’s hebben we toch weer een beeld gekregen over het belang van dit hof. Maar ook van het bouwen en zelfs over het installeren van dit hof.
De VS waren immers een kolonie van Engeland en er was geen regering en geen leger of wat dan ook in 1776. Maar er waren wel ideeën, afgekeken positief of negatief van Frankrijk, Nederland ( de Akte van Verlatinghe uit 1581). Het denkwerk over hoe een staat met zoveel verschillende immigranten en slaven er uit zou moeten zien is gedaan door Thomas Jefferson. Hij schreef de Declaration of Independence die op 4 juli 1776 in Philadelphia werd getekend. Dit was een reactie op de onderdrukking en het uitpersen d.m.v. belasting op o.a. thee van de Britten van hun overzeese kolonie. Met het oprichten van de Teaparty in Boston begon in 1773 de revolutie. De Fransen kwamen de Amerikanen te hulp. Zij bezaten het enorme stuk land ten westen van de 13 staten die Engels waren. Het Franse deel liep van de Canadese grens tot aan de Golf van Mexico tot aan de Mississippirivier in het westen. Op 19 oktober 1781 gaven de Britten zich gewonnen en garandeerden de onafhankelijkheid. In Parijs werd op 3 september in 1783 het vredesverdrag getekend, Toen moest trouwens de bestorming van de Bastille nog beginnen, 1789, onder de leus “ Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap” = Liberte, Egalite, Fraternite.
Het uitgangspunt voor Jefferson was : “ All men are created equal”.
Vanaf dit moment moest de staat nog ingericht worden, inclusief een hoofdstad. Nu woonde George Washington, die de 1e president zou worden, dichtbij het huidige Washington, namelijk in Mount Vernon. Bovendien was de huidige hoofdstad van Maryland , Alexandria hier dichtbij. Er werd bij de ratificatie van de Constitutie van de VS bepaald dat de zetel van de regering in een onafhankelijk gebied niet groter dan 10 vierkante mijl zou worden. Er werd een compromis door het noorden en het zuiden gesloten. Om vrij te worden hadden de noordelijke staten veel schulden gemaakt. Die werden door de nieuwe regering overgenomen en de hoofdstad kwam hierdoor in het zuiden. Er werd een gebied opgekocht dat lag op de grens van Virginia en Maryland. In 1800 was het Witte Huis klaar en werd het bewoond door de 2e president John Adams en zijn vrouw.
Nu ga ik weer verder met onze tocht. Jefferson was er van overtuigd dat onderwijs een heel belangrijke pijler is van de ontwikkeling van een volk. De eerst gebouwde bieb brandde in een andere oorlog tegen de Engelsen in 1812 totaal af en de hele verzameling ging verloren. Toen schonk Jefferson zijn privé bibliotheek aan de staat en dat was het begin van de bibliotheek van het Congres, gebouw Jefferson. Er zijn nog 3 gebouwen. Je hebt nog nooit zo’n mooi gebouw gezien. Het kan zich makkelijk meten met de mooiste Italiaanse renaissance gebouwen. Elke dag worden er 16.000 items toegevoegd in deze bibliotheek. Het is dan ook de grootste van de wereld. Bij elkaar wordt het de Library of Congress genoemd.
Na deze bewondering konden we ondergronds lopen naar het Capitool. Hier zetelt de vertegenwoordiging van het volk, d.w.z. het huis van Afgevaardigden (onze 2e kamer) en in de andere vleugel de Senaat (onze 1e kamer). In de senaat zitten 100 leden, van elke staat 2, ongeachte de grootte van de staat. In het huis van Afgevaardigden gaat het naar rato van het aantal inwoners van elke staat. Dit huis heeft meer dan 400 afgevaardigden. De hallen en de gangen staan vol met standbeelden van allerlei presidenten en andere belangrijke staatslieden. Nu, in de zomer, konden we niet in de echte vergaderzalen komen, die worden dan onder handen genomen. Zo hebben we kennis genomen van de belangrijkste instituties van het land en dit is een zeer serieuze zaak. De koepel van het Capitool is zo hoog dat het Vrijheidsbeeld er moeiteloos in past.
Om 4 uur waren we weer op straat. Nu restte ons nog 1 gebouw en dat was het Fordtheater. Hier werd Abraham Lincoln 5 dagen na het einde van de burgeroorlog in april 1865 door een schutter, lid van een complot neergeschoten. Lincoln werd naar een huis aan de overkant van de straat gebracht en daar is hij de volgende dag aan zijn verwondingen overleden. Het complot wilde nog meer mensen vermoorden, maar dat is ze niet gelukt. Sterker nog, ze zijn zelf doodgeschoten of opgehangen of opgeborgen. We waren voor het theater te laat, maar we hebben er wel voorgestaan. Voor het Petersonhuis aan de overkant stond nog een rij om naar binnen te gaan. Wij hielden het in de hitte voor gezien. Het was inmiddels 5 uur en dan is er tijd voor een biertje. Bij Harry’s, een hoek eerder, zijn we binnen neergestreken en hebben er met ons vieren 2 grote kannen bier achter over geslagen. Ook hebben we er maar meteen gegeten. Om 7 uur waren we voldoende uitgerust om de wandeling naar ons hotel te aanvaarden. Volgens Dave waren we al dicht bij het Witte Huis en konden we op ons gemak teruglopen. Helaas ging het in de verte al onweren en weerlichten en dat was ook al wel voorspeld. Van rustig teruglopen kwam niks. We hebben stevig doorgelopen en waren na 1 uur thuis. Binnen in de lobby was er nog tijd voor een ijsje en een drankje. Eenmaal op de kamer moest er wel meteen gewerkt worden: Jan met het overzetten van zijn foto’s en ik met het tikken van dit verslag.
Voor morgen hebben we het plan om pas ’s middags te vertrekken naar Philadelphia.
Woensdag 7 augustus 2019. Philadelphia
De koffers dienen gepakt en om half 9 staan we klaar om uit te checken. We gaan nog niet naar Philadelphia maar nemen na ons ontbijt bij Starbuck’s de metro om nogmaals naar de Mall te gaan. Nu splitst de groep zich in 2en. De mannen gaan naar het ruimtemuseum en wij naar het museum voor Amerikaanse geschiedenis. We hebben 2 uur de tijd om lekker rond te kijken. Wij krijgen het voor elkaar om dan net 1 verdieping te doen. Dat maakt niet uit, zelfs in een hele dag kom je nog tijd te kort voor het hele gebouw. Dus om 12 uur zijn we naar het hoofdgebouw van het Smithonian’s gegaan, het kasteel genaamd. En wat een timing, Jan en Dave komen er ook net aangelopen. Samen lunchen we hier binnen en dan is het tijd voor de metro om naar het hotel , Embassy Row Westin geheten, te gaan.
Om precies 2 uur stappen we in de wagen en moet Dave aan het werk om ons veilig naar Philadelphia te brengen. Darlene houdt de GPS bij om te kijken of we wel de goede kant uitgaan. Ook heeft zij het adres van ons hotel in haar mobieltje staan en leidt David door de stad heen.
Onderweg is het noodweer, het regent pijpenstelen, zelfs zodanig dat Jan en ik op onze mobieltjes tot 2 keer toe een noodwaarschuwing doorkrijgen voor overvloedige regenval en water op de weg. En dit terwijl onze roaming uit staat.
Om 7 uur komen we op de plaats van bestemming. We frissen ons een beetje op en gaan dan met een Ubertaxi naar een pub om wat te eten. Met “wat” maak ik een vergissing, want de porties zijn reuze groot. Volgende keer wil ik met iemand delen.
Met een andere ubertaxi rijden we weer terug naar ons hotel en gaan dan direct naar onze kamer. We zijn er moe van.
Morgen hebben we een drukke dag voor de boeg. Hier in de stad zijn er meerdere historische plekken te bewonderen, maar daar over morgen meer.
Donderdag 8 augustus 2019. Philadelphia
We ontbijten in het hotel, dat zit deze keer bij de prijs inbegrepen. Dat is niet overal het geval hier in de States, maar in dit Hiltonhotel wel.
Hier in Philadelphia zijn in 1776 en in 1787 de onafhankelijkheidsverklaring en de grondwet getekend en\of voorgelezen. Ook was het van 1790 tot 1800 de hoofdstad van het hele land. Het was ook de grootste stad in die tijd. New York stelde nog niets voor, alhoewel het van 1787 tot 1790 even de hoofdstad werd, dat wil zeggen dat George Washington om de een of andere reden het verstandig vond om even uit te wijken naar N.Y.C.
Maar hier in Ph. zijn de belangrijkste stappen van de geschiedenis van de U.S.A genomen. De gebouwen staan er nog of weer, gerestaureerd inmiddels. En natuurlijk gaan we het allemaal bezichtigen en bekijken. Ook het oude centrum met de bakstenen huizen met deuren in verschillende kleuren is er nog of weer.
Je moet je voorstellen dat de 13 staten die een kolonie van Groot-Brittannië waren, geen leger hadden, geen centrale organisatie, geen eigen munt enz. Alles moest opgezet en uitgedacht worden. In ieder geval kwam er geen koninklijk gezag meer. De republiek moest voor het volk en door het volk geregeerd worden, in alle vrijheid van wie dan ook. Er was al jaren onvrede en toen de Engelsen de kolonie nog verder wilde uitknijpen met nog een nieuwe belasting in 1773 over de invoer van thee was de maat vol. De heren schreven een brief naar koning George III om te pleiten voor zeggenschap over de kolonie in ruil voor de theebelasting. Maar daar kwam geen reactie op en toen er op een dag een paar mannen door de Engelse militairen werden doodgeschoten sloeg de vlam in de pan. Er werd gevochten, maar eigenlijk was er te weinig geld. Ene rijke heer Robert Mouris leende zijn hele kapitaal uit om de oorlog te bekostigen. Hij kreeg zijn geld nooit meer terug. Wel een stuk land in Ohio, maar dat was te moerassig om er winst uit te halen. Vanwege schulden zat deze heer ook nog 5 jaar in de gevangenis en stierf uiteindelijk arm. Ook ondernam John Adams een tocht naar Frankrijk en naar Amsterdam om geld te lenen en ook om erkenning van de nieuw uit te roepen republiek. Hij was succesvol in deze onderneming. In het Amsterdam museum is er informatie te vinden in welke kamer de vraag om geld gesteld werd.
In 1774 werd de Bill of Rights vastgesteld en twee jaar later dus de Declaration of Independence. De Bill of Right’s werd later in de grondwet geïmplementeerd in de vorm van de eerste 10 amendementen. Die gaan o.a. over het recht van vereniging en vergadering, vrijheid van godsdienst, niemand mag je huis doorzoeken zonder rechterlijke basis, het recht om eigendom te hebben en nog een aantal zaken. In de grondwet staat wat de regering wel kan doen en er staat niet in wat de federale regering niet mag of kan doen. Wij kunnen ons voorstellen dat er hier in Ph. de gebouwen, waar de ondertekening en voorlezing plaatsvond, wel bijna als heilige grond beschouwd worden. Wij gaan alle gebouwen bezoeken vandaag. Een druk programma dus.
Als eerste gaan we naar de Munt. Die staat ook hier. Alleen in deze Munt worden alle muntstukken van het geld geslagen, maar ook ontworpen. Het was geen uitgemaakte zaak dat er een nationale munt zou komen. Elke staat had ook al zijn eigen geld en er werden uiteraard ook Engelse ponden gebruikt, maar ook Frans, Spaans en Nederlands geld werd aangenomen en mee gehandeld. Het heeft tot 1856 geduurd voordat al dat vreemde geld uitgebannen was. Maar goed, kwam er nu een nationale munt of niet? We zagen hierover een discussie tussen Jefferson, Hamilton en een andere man. Uiteindelijk werd het voorstel van Hamilton door het Congres aangenomen en kwam er 1 geldsoort voor alle staten en het werd de dollar. Op elk muntstuk moest komen: “In God we trust”, “Liberty”, “ the United States of America” en “E pluribus unum” (vanuit velen een). Nu moesten er dus munten van goud en zilver geslagen worden. Dat gebeurde in een gewoon huis en met de hand. Er was alleen een pers om de afbeelding in het zilver- of goudstuk te persen. De staven goud en zilver werden over land of zee aangevoerd in houten kisten. De trein door het hele land werd pas na 1850 aangelegd. In de loop van de jaren kwamen er in de nieuwe staten ook muntgebouwen tot aan de westkust toe. Op dit ogenblik zijn er nog maar 4 plaatsen waar een Munt staat en Fort Knox waar al het goud ligt opgeslagen. Dit zijn allemaal federale instituties die vallen onder het ministerie van Financiën. Nog steeds is de Munt die wij bezochten ( het 4e gebouw inmiddels) de enige plek waar alle muntstukken van de VS geslagen worden.
Na dit uitgebreide bezoek gaan we op weg naar de Hall of Independance. We komen aan bij een groot modern gebouw, een soort verzamelgebouw waar je van alles in moderne vorm kan leren over Philadelphia. Hier horen we dat er geen tickets meer zijn voor vandaag. Maar vanaf 5 uur tot 7 uur mag je er gratis in, wel minstens een half uur van te voren in de rij gaan staan. Tijd voor andere zaken dus eerst. De Liberty Bell, de vrijheidsklok, kan bekeken worden in een apart gebouw. Deze klok hing ten tijde van de onafhankelijkheid boven in het staatsgebouw, dat van de staat Pennsylvania. Deze klok werd geluid na het voorlezen van de verklaring op 8 juli 1776 en niet van de ondertekening op 4 juli ervan. De klok hing er al zo’n 40 jaar en helaas na deze laatste diensten aan het nieuwe vaderland scheurde hij. In die tijd was het nog moeilijk om de juiste materialen en ambachtslieden te vinden om de klok te repareren. Dus of we de juiste klok te zien krijgen is maar de vraag. Het is wel een erg grote klok en er is veel belangstelling voor. De rij is dusdanig lang dat wij de klok alleen van buiten door de ramen bekijken.
Dan is het tijd voor het Carpenter’s house. Dit was het gebouw van het gilde van de timmerlieden, maar ook van de stadsarchitecten en ingenieurs. Dit was het 1e gilde in de stad en het bestaat nog steeds. Aan de muur hangt het overzicht van de bestuursleden van dit gilde. Het gilde behartigde niet alleen de belangen van de leden, maar bevorderden ook de kwaliteit en de standaard van de huizen en andere gebouwen.
In 1773 ontstond er in Boston een oproer over het belasten van de invoer van thee. De groep protestanten werd de Theaparty genoemd. Dit was het begin van de revolutie. Het was namelijk de zoveelste belasting die geheven werd.
In dit bakstenen gebouw schreef het eerste congress, leden van de 13 staten vergaderd, de klacht naar koning George III over het betalen van belasting zonder enige invloed. Men wilde best betalen, maar daar moest dan wel zeggenschap over de staten tegenover staan. Dit gebeurde in 1774. De koning las de brief niet eens, in ieder geval kwam er geen antwoord terug. Na 1 jaar gewacht te hebben, bond men de strijd aan met de Engelsen door de onafhankelijkheid uit te roepen en te vechten. Men had inmiddels de steun van Frankrijk verworven. Die voorzag de troepen van munitie en leende ook geld, dit op voorspraak van een Franse spion die de zitting van het congress had bijgewoond.
Het 2e congress van 1775 tot 1781 verklaarde de oorlog, eigenlijk brak de revolutie uit. Er was immers geen leger. Toch werd er met de Engelse en ingehuurde Hessische soldaten de strijd aangebonden.
Na het Carpenten’s house was tijd voor lunch en waar kan je dat beter doen dan in de Stads Taveerne of te wel de City Tavern, herbouwd in 1970 en opnieuw toen in gebruik genomen als taveerne volledig in stijl, inclusief de kleding van de bediening. We dronken water uit tinnen kroezen bijvoorbeeld.
Een wandeling erna is nodig om het eten te laten zakken en aangezien we maar 1 straat of te wel 1 blok verwijderd zijn van de Delaware rivier, lopen we daarnaar toe. De oever hier heet “Penn’s landing”. William Penn, een quaker, en zijn vrouw kwamen hier in de 17e eeuw aan land vanuit Engeland en kregen van de Engelse Koningin, Queen Mary I, het stuk land cadeau. De staat heet nog steeds Pennsylvania. William was erg voor godsdienstvrijheid en voor onderwijs voor iedereen.
Aangezien er verder bij “Penn’s Landing” niets te zien was, keerden we terug naar de stad. De straat langs het water heet Frontstreet of 1e street. De straten parallel aan deze straat krijgen dus een oplopend nummer. Ons hotel ligt aan de 13e straat, bijvoorbeeld en de City Tavern aan de 2e straat. Terwijl we in de warmte teruglopen, overleggen we wat we nog kunnen doen voor het 4 uur is om naar Independance Hall te gaan. Wat dachten we van een rijtuigtoertje? Goed idee!!! En we worden door een aardige man rondgereden juist door het oudste gedeelte van de stad. Dit hadden we nooit te voet allemaal kunnen zien. De meeste huizen zijn opgeknapt en van buiten gerestaureerd. Ze zijn nu een fortuin waard. Op de huizen zie je deurknoppen of deurkloppers in verschillende groottes, hieraan kun je zien hoe rijk de familie is. Ook kun je het zien aan het aantal stoeptredes. De uitdrukking :” steeds een treetje hoger komen” of in het Engels “Step up higher” komt hier vandaan. Dit is wat onze gids ons vertelde.
Inmiddels was het half 4 en tijd om richting Independance Hall te gaan. Er staan nog 2 gebouwen naast de Hall. Helaas komt er op het laatste moment dat wij de Congres Hall willen bekijken een enorme groep Spaans sprekenden klaar staan. Dat is te veel voor ons en we gaan naar het andere gebouwtje. Dit is de “Mapping Hall”. In mijn ogen een heel erg belangrijk gebouw, want te weten waar je heen gaat en wat je bezit en wat je land überhaupt voorstelt is essentieel voor een overheid. En op de oostkust na was er nog maar weinig van de VS in kaart gebracht. Over de ontdekking en verovering en bezetting van het Mid-Westen en het Westen zal ik tijdens de Mississippicruise vertellen. Maar de kaarten en het eenvoudige gereedschap van de landmeters was heel interessant om te bekijken.
Eindelijk was het tijd om in de rij te gaan staan voor de Independance Hall. Hier zien we de heilige grond waar de Onafhankelijkheidsverklaring en de grondwet getekend zijn. Alle wetten moeten getoetst kunnen worden aan de Constitution, de grondwet dus. Ook alle wetten in de 50 aparte staten dienen in overeenstemming te zijn met de grondwet. Als dat niet zo is, kan iedereen naar de rechtbank gaan en uiteindelijk naar het Supreme Court om de wet te laten toetsen aan de grondwet. Die gaat boven alles. De Bill of Right’s stond oorspronkelijk niet in de grondwet, maar dat had wel gemoeten. Om de grondwet gewijzigd te krijgen is een heel proces. Makkelijker was om hem te amenderen. Dat gebeurde dus ook en de Bill of Right’s vormen de eerste 10 amendementen van de grondwet. Het 19e amendement bijvoorbeeld ging over stemrecht voor vrouwen en kwam er in 1920 in.
Als laatste van vandaag kunnen we op de valreep toch nog een blik werpen op daar waar het congres bijeen kwam. Tijd daarna voor een bier en wat te eten.
Darlene vindt op haar mobieltje een Ierse pub, volgens haar vind je die in elke grote plaats, en inderdaad ergens bij de 10e of 11e straat is daar Moriarty’s en schuiven we hier naar binnen. Met een biertje en was natcho’s zijn we al tevreden. Na nog een hoofdmaaltijd lopen we terug naar ons hotel. We steken de hoofdstraat over, Marketstreet genaamd, met aan de linkerkant het stadhuis. Jammer dat het al later is en we te moe zijn om nog te winkelen, want dit is de straat met alle leuke en mooie winkels. In het hotel nemen we nog even een kopje koffie en dan gaan we naar onze kamer. Ik duik er vroeg in, mijn ogen vallen dicht bij het tikken van het verslag. Morgen om half 9 staan we klaar voor ontbijt en vertrek. De auto staat geparkeerd met valetparking via het hotel, goed geregeld net als in Washington.
Vrijdag 9 augustus 2019. Stoner Lake
Als we om half 10 wegrijden, hebben we een hele trip voor de boeg naar Stoner Lake. Ergens in de Hudsonvallei stoppen we om kwart over 2 bij een oude Nederlandse boerderij gebouwd door de pionier Pieter Bronk, geboren in Jonkoping Zweden en zijn vrouw Hilletje Jans, geboren in Kwakerbrug (Quakerbrugge) en hun zoon Jan. Tussendoor stopte David alleen voor een pitstop voor brandstof en een koffie.
De rondleiding begon om half drie en alleen wij met ons vieren waren hier. Een oudere neef van Pieter, Jonas, had een huis buiten de muren van Nieuw-Amsterdam en als je daar wilde komen moest je langs Bronk’s plaats. Nu heet die wijk de Bronx, naar deze man. Het was van zijn woning nog een heel eind naar de muur van wat toen de vestiging van de West-Indische Compagnie was en wat nu Wallstreet heet.
Maar goed, het verhaal gaat over de geschiedenis van Pieter (1617 geboren) en zijn vrouw en zoon. R is niet weet terug te vinden over de eerste jaren van hun leven. Pieter was een zeeman en repareerde op de houten schepen de kapotte spullen. Van Hilletje is alleen bekend dat ze Hollands is. In 1645 wordt Jan geboren in 1645 en in 1649 komen ze in Nieuw-Amsterdam aan. Het valt niet mee om een bestaan op te bouwen, want alle Hollanders handelen in bevervellen, gekocht van de Indianen. Die alleen weten waar de bevers hun burchten bouwen en waar ze die dus kunnen vangen. Pieter gaat ook in die handel, maar is er niet succesvol in. Hij belandt ook meerdere keren in de gevangenis en bouwt schulden op. Hilletje huurt een wat groter huis en gaat kamers verhuren. In Beverwijck, het huidige Albany, moeten ze op een gegeven moment in 1660 weg, Pieter had langs de Hudsonrivier of een zijstroom een stuk land gekocht, wat hij verborgen hield voor de autoriteiten. Hier, in de complete wildernis brengt hij zijn vrouw en zoon. Ze graven een gat in de grond en bedekken dat met bladeren. Dan gaan ze hun huis bouwen et het gereedschap dat ze bij zich hebben. In 3 jaar bouwen ze een stenen huis, dat bestaat uit 1 kamer met open haard waar ook gekookt wordt. Deze jaren zijn onnoemelijk zwaar. Bedenk dat je nu in het midden van het Amazonegebied wordt gedropt en je moet zien te overleven. Geen gelijkgestemde ziel in de verre omgeving te bekennen. Zo ook hier, geen Europeaan die hier in de middle of nowhere wil leven. Er loopt wel een Indian Trail langs de rivier. De Hollanders hadden met de Indianen een goede verstandhouding, men handelde immers. Dat was voor beide kanten profijtelijk. Je kan het zien aan de vorm van het huis met ramen op ooghoogte, net als bij ons in Nederland.
Het moet een zwaar leven geweest zijn met koude winters en alleen de open haard en hout om je te verwarmen. Geen stromend water en geen toilet in huis en geen verlichting. In 1669 sterft Pieter en blijft Hilletje met haar zoon alleen achter. Hij trouwt en ze krijgen 9 kinderen. Ze hebben het inmiddels al wat beter, ze kunnen doordat ze een watermolen hebben die zaagt hun bomen kappen en zagen en dat hout verkopen. Ook hebben ze een gerstmolen.
Jan breidt het huis uit met een 2e kamer. Die is van hout en hij bouwt hem zelf. Hij is niet zo’n goede bouwer als zijn vader, maar het staat er ook nog steeds. Hij, zijn vrouw noch hun kinderen (de 3e generatie) kan lezen of schrijven.
De 4e generatie, Jan Leendert, gaat naar school en de 5e generatie, John Leonard, is een rechter in Beverwijck, inmiddels Albany natuurlijk. Nadat de beverhuiden opraken en de Engelsen voor de rede van Nieuw-Amsterdam liggen in 1654 en de Hollanders niet willen vechten, is het voor de Engelsen een koud kunstje om deze kolonie in te nemen. Hij wordt geruild voor Suriname, waar met plantages wel winst uit gehaald kan worden.
De 5e generatie persoon is een gerespecteerd man in wat nog steeds de Hollandse gemeenschap beschouwd wordt. Men trouwt nog onder elkaar en spreekt nog steeds ook Nederlands. De preken van de Nederlands hervormde dominees zullen ongetwijfeld ook nog in het Nederlands gehouden worden. Op een van de commodes lag een enorme Statenbijblel uit 1702. Er is maar weinig uitwisseling met de andere immigranten. Nu het de familie goed gaat, ze hebben ook boerenland gekocht en boeren er erg goed, zou men het huis tegen de vlakte kunnen gooien zoals vele anderen gedaan hebben. En er een nieuw huis in Georgiaanse stijl voor hebben terug gebouwd hebben, maar dat doen ze niet.
Wel wordt er nog weer een kamer aan vast gebouwd, nu door ambachtslieden die in de stad ingehuurd worden. Ook komt er een apart gebouw voor een keuken. Ze worden betaald d.m.v. de opbrengst van het land. In de 17e en 18e eeuw was er nog steeds sprake van ruilhandel. Er waren wel Engelse ponden, maar er was weinig animo om die te gebruiken, of ze waren niet voorhanden.
Dan de tijd van de revolutie. De familie stond, net als de hele Hollandse gemeenschap, niet te trappelen om ruzie te maken met het gezag. Maar toch zag men wel in dat het zo niet langer kon en ook de Bronkfamilie ondertekende het Associatieverdrag dat het beleid van het 1e continentale congres ondersteunde. In de revolutie voorzag de familie de milities van voedsel en transport en alles wat nodig was, maar vechten deed men niet.
Tot en met de 8e generatie bleef deze boerderij in de familie. Steeds bleef de oudste bewoner er wonen tot die dood ging. Het inwonende kind met familie erfde daarna de plaats. Zo ging het van het begin af aan. Helaas had de laatste nazaat geen kinderen en in 1939 liet hij de totale plek met schuren, boerderij en molen na aan het regiobestuur, hier de county genoemd, samen met een som geld. De familie had goed geboerd en was een vooraanstaand en vermogende familie geworden.
Wat een geluk dat David en Darlene deze histirische plaats via internet gevonden hebben. Wat een leuke en leerzame middag hadden wij.
Na een lezing door een alwetende oudere dame van 2,5 uur zijn we toe aan een drankje en meteen maar wat eten. Meteen om de hoek is een pizza en pasta restaurant en dat is goed genoeg voor ons.
Na nog een stop om boodschappen in te slaan, rijden we naar Ethel, Davids moeder. We komen om 9 uur aan en dan hebben we er een hele dag onderweg zijn opzitten.
Het is hartverwarmend om Ethel weer te zien. Het is 3 jaar geleden dat we hier waren en Howard er ook nog was. Het was toen de bedoeling dat we met ons vieren een reis door 5 nationale parken zouden gaan maken. Helaas werd Howard ziek, hij kreeg een hartaanval, en daardoor konden ze beide niet mee. Nu zijn we hier terug en het is alsof we er vorige maand nog waren. We krijgen weer dezelfde kamers tot onze beschikking. Het is als vanouds. Wij gaan op tijd naar bed, maar Ethel wacht nog op een kleinkind Sarah Olson, die vanuit Helena Montana een weekje op bezoek komt.
Zaterdag 10 augustus 2019. Stoner Lake
Vandaag en morgen doen we het rustig aan. Ik draai een was, we maken een wandeling en bezoeken een zus van Darlene die ook aan het meer een bungalow heeft en verder doen we niet veel. Vanavond voor het diner gaan we naar de andere kant van het meer, naar Davids huis. Hier ontmoeten we ongetwijfeld hun zoon Matt met vrouw Sarah en hun 3 kinderen en hun dochter Margaret met man John en hun dochtertje Eliza en 2 honden.
Week 2
Zondag 11 augustus 2019. Stoner Lake
We zijn alweer een week onderweg en we hebben al veel gedaan en gezien. Gisteren en vandaag doen we het rustig aan. Gisteravond hebben we bij Dave en Darlene gegeten. Hier maakten we kennis met hun dochter Margaret, schoonzoon Gian en kleindochter Eliza en ook met hun zoon Matt. We aten gegrillde mais, kalkoen en (mashed) aardappels en appelmoes van appels uit hun eigen tuin. Het was gezellig en heerlijk.
Vandaag was het de kans voor Jan om te gaan kajakken en dat deed hij dan ook. Het was niet al te warm, maar lekker rustig weer. Hij maakte 2 rondjes en inmiddels was ik naar de andere kant van het meer gelopen, naar Dave en Darlene. Daar kwam Jan ook aangevaren voor een praatje. We besloten om een ritje naar een ander meer te maken, daar te wandelen en te lunchen. Dus moest Jan wel terug varen om wat anders aan te trekken. Daarna hadden we langs dat andere meer een aardige wandeling en een lekker broodje. Nu zitten we binnen voor de tv naar het einde van een golftoernooi te kijken. Jan heeft zojuist ook nog een rondje gekajakt. Straks gaan we weer naar Dave voor diner. Zo komen we de dag wel door.
Maandag 12 augustus 2019. Adirondack National Park
Vandaag gaan we een openluchtmuseum bezoeken. Het is een eind rijden, dus we vertrekken al om half 9. Het museum ligt midden in de Adirondack’s , het grootste staatspark , dat van de staat New York, in de hele VS. Het bedekt bijvoorbeeld 80% van heel Nederland.
Het ligt prachtig gelegen. We rijden anderhalf uur door de bossen en komen maar langs spaarzaam bewoonde oevers. Er is 1 dorpje, Speculator genaamd, waar we midden in het dorp het enige kruispunt links af. In elk dorp is een postkantoor en een bibliotheek en een school, ook hier dus.
Na anderhalf uur komen we aan. Binnen bij de ingang staat een vrijwilligster die ons wegwijs maakt. Na ons kaartje gekocht te hebben en een sanitaire stop gaan we het terrein op. Eerst maar eens een film bekijken van mensen die dit gebie bewonen en vertellen wat dit park met ze doet.
In 1875 woonden er hier alleen maar Indianen, de Native American’s genoemd tegenwoordig. Het was verder een wild gebied, ondoordringbaar. Er liggen veel meren hier en dat is uiteraard heerlijk vertoeven langs de oevers. De pas rijk geworden New Yorkers, door de aanleg van de spoorwegen, de oliebusiness, de bankiers en de kranten, wilden hun rijkdom wel laten zien en er van genieten. Ze kochten van de staat grote stukken land en bouwden er een houten huis, een camp. Dat waren er maar een paar. In het eerst je kon hier alleen maar komen door een eind de Hudson af te varen en dan verder met een rijtuig te rijden of met een bootje te varen naar je plek.
De eerste toeristen die geen eigen camp hadden en ook geen uitnodiging van de Rockefeller’s of de Vanderbilt’s of J.P.Morgan of de Durant’s, waren aangewezen op de hotels die al snel langs de oevers van de diverse grote meren verrezen. Raquette Lake was erg populair. Met de eerste T-Fordjes kwam het gemotoriseerde verkeer op gang en helemaal nadat er ook een spoorlijn gebouwd was, werd het vervoer makkelijker. Die spoorlijn werd aangelegd door Durant die de eigenaar was het hele spoorweggebeuren en dit makkelijk kon beslissen. Er stond een Pullmanrijtuig speciaal voor het vervoer van de jetset gemaakt. Je zag pluchen stoelen, een zitkamer, slaapkamer en badkamer met douche. Werkelijk het toppunt van luxe. Ook kwamen de eerste stoomboten in de vaart. Bij Raquette Lake kwam de spoorlijn bij de aanlegsteiger van de stoomboot aan. Die bracht daarna de passagiers in hun lange jurken met hoeden op en handschoentjes aan een stuk het meer op naar een volgend stukje land, hier hoefde men niet te lopen. Speciaal voor 1 kilometer was er een stukje treinrails aangelegd, de decadentie ten top.
De VanderBilt’s hadden het hele jaar personeel in dienst ter plekke voor als ze er een paar dagen zouden verblijven. Gloria liet dan de beheerder een paar dagen van te voren weten dat ze een winterparty zou houden voor 65 genodigden, misschien wel voor de jacht.
Uiteraard is het bezit van camp gedemocratiseerd en nu vind je langs de meeste meren mooie en eenvoudige buitenhuizen of blokhutten. In zo’n geweldig camp verblijven wij bij Ethel of bij haar zoon David en Darlene.
Dan het houtvesten, dat is al van het begin van 1875 af een serieuze zaak. Het hout is hard nodig voor het bouwen van de huizen die hier bijna allemaal, nog steeds, van hout gemaakt. Ook was er veel hout nodig voor de kranten, een groot persagentschap bezat een enorm stuk land alleen voor het hout. Daarnaast was hout ook de brandstof waar de huizen mee verwarmd werden. Op dit moment zijn de houtvesters nog net zo belangrijk als meer dan 100 jaar geleden, maar nu voor biomassa. Er worden steeds bomen terug geplant, ze groeien harder dan er omgehakt worden. De bergen hier zijn niet zo hoog en je ziet dan ook echt overal groene, beboste hellingen en toppen. De houthakkers hadden in het verleden een erg zwaar leven. Je moet weten dat er hier in de winter de sneeuw meters hoog kan liggen. Er waren geen elektrische zagen, men leefde in grote groepen in kampen. Er waren er wel 150. Men at in grote zalen en op de bovenste verdieping waren de slaapzalen. De boomstammen werden met paar en wagen en daarna met een tractor naar de rivier gebracht in de winter. In het voorjaar met smeltend ijs konden dan de stammen de stroomaf vervoerd worden naar de houtzagerijen. Nu worden de boomstammen op grote vrachtwagens geladen.
In het museum hebben we kunnen lezen en bekijken hoe het leven van de houthakkers er uit zag. Het was een bar leven. Toch hadden ze rechten en daar kwamen ze ook voor op. Er waren bijv. 4 maaltijden bij het contract inbegrepen en als dat eten onder de maat was, ging men niet aan het werk.
Een derde reden om hier in de Adirondack’s te komen, was de jacht. Er is wild genoeg. Vandaag alleen al heb ik 3 herten en 2 bambi’s gezien langs de weg. Ook schijnen er bruine beren rond te lopen. Die hoop ik toch niet tegen te komen. In het buitenmuseum stond uiteraard ook een jachthut, zo een waar een groepje jagers een weekend konden logeren en dan op jacht konden gaan.
Het vervoer ging in vroegere dagen heel vaak over water. De kajaks van de Indianen waren van berkenschors gemaakt, erg praktisch als je ze over land mee moet dragen op je hoofd. De Europeanen die hier voor het eerst aankwamen, hadden al gauw door dat het hebben van een bootje, roeiboot of eentje zonder kiel, heel handig of eigenlijk wel noodzakelijk is. De wegen zijn hier pas later aangelegd. Elektriciteit loopt niet door het hele park, een stukje voorbij Dave langs de weg houdt bijvoorbeeld de elektriciteit op. Je bent dan op een eigen generator aangewezen.
Je kan hier echt zien dat je niet te veel van de overheid kan of mag verwachten, je bent hoofdzakelijk op jezelf aangewezen. Als je een stuk land gekocht hebt, ga je zelf aan de gang om je eigen huis er op te zetten met de bomen die je zelf omzaagt.
Om terug te komen op de boten, in dit deel van het museum zag je vele 1- en 2 persoons roeiboten met ook een echt stoeltje er op. Maar ook schitterende moderne boten en jachten stonden er te pronken. Kortom het vervoer, maar ook tegenwoordig de pleziervaart is een belangrijk onderdeel van dit park. Hier op Stoner Lake zie je ook waterskieen en kajakken bijvoorbeeld.
Uiteraard was er tussendoor ook tijd voor de lunch. Jan had een broodje “ Pulled pork” en ik een broodje kip en lobstersoep.
Als laatste actie belandden we in de museumwinkel waar Jan een t-shirt en een pet van de Adirondack’s kocht.
Eenmaal thuis bij Darlene hebben we heerlijk buiten achter op de veranda zitten eten. Het was een fantastische avond met de muziek van B.B. King op de achtergrond.
Dinsdag 13 augustus 2019. Stoner Lake
Nu lassen we weer een rustig dagje in. Jan gaat al om half 9 kajakken en ik slaap uit tot 9 uur.
Later in de ochtend gaan we met Ethel boodschappen doen, dat moet in een stadje een half uurtje rijden bij ons vandaan. Er is 1 grote supermarkt en dat is Walmart. Het stadje heet Gloversville. De belangrijkste industrie, het maken van handschoenen, is volledig verdwenen. De huizen zien er in de hoofdstraat allemaal vervallen of dichtgetimmerd uit. Als er geen andere middelen van bestaan komen, is Gloversville ten dode opgeschreven. Erg sneu om aan te zien.
Op de terugweg kopen we bij Pine Lake een ijsje en dan zijn we weer thuis. De lunch is dit keer bij Dave thuis en daarna nemen we het diner mee naar Ethel’s camp.
In de kerk van Caroga speelt een bandje vanavond country muziek, van 7 tot 8 uur. Net mooi om te gaan beluisteren. De mannen blijven thuis, maar Darlene’s zus Donna gaat wel mee en Ethel ook natuurlijk. Ik kende niet 1 liedje, maar de country stijl is wel bekend natuurlijk. Jan en Dave keken een honkbalwedstrijd tussen de NY Yankees en de Baltimore spelers op de tv. De Yankees wonnen.
Morgen gaan we er weer op uit, nu naar Cooperstown, maar daarover morgen meer.
Woensdag 14 augustus 2019. Cooperstown
Om half 9 gaan we al op weg naar Cooperstown, het walhalla van de honkbal hier in de VS. Het is niet zo ver, maar een goed uur rijden hier vandaan. Dit keer moeten we zuidwaarts, de Adirondack’s uit en het boerenland in. Hier zijn de boerderijen niet zo enorm groot als in het midwesten. Het landschap is glooiend en groen. De huizen zijn ook hier allemaal van hout gebouwd en dat moet je goed onderhouden, wat betekent elk jaar schilderen en het hout repareren. Dat gebeurt zeker niet overal en je ziet dan ook nogal wat vervallen en zelfs verlaten huizen. Ook hier is er sprake van ontvolking door minder kinderen en die er nog wonen zijn vaak de ouders die achter zijn gebleven. Er is te weinig werk hier voor iedereen.
Eenmaal in Cooperstown aangekomen, bezoeken we eerst het openluchtmuseum dat over het boerenbedrijf gaat. Er is een heel dorp nagebouwd rondom een destijds in 1840 zeer moderne stenen koeienschuur voor wel 40 koeien. Nu is het de entree van het museum met er achter dit keer een expositie over lokale bieren, d.w.z. die van de staat New York. Hier was/is de grootste verbouwing van hop. Eerst voor de drooglegging was dat al het geval en na de oorlog is men voorzichtig weer gestart en nu is de oogst weer als vanouds.
Boven op de hooizolder zijn alle gebruiksvoorwerpen die er rondom een boerderij nodig zijn uitgestald. Maar ook alle gereedschap en informatie van de leerlooierij en de schoen- en zadelmaker staan er, alsook alles voor metaalbewerking en weven en naaien van kleding en lappen enz. Kortom, alles dat er in een zelfvoorzienend dorp nodig is om de gemeenschap te laten bestaan. Vanaf ongeveer 1750 zijn hier rond Cooperstown de eerste Europeanen neergestreken. De Engelse kroon vroeg in de vroege 18e eeuw aan Duitse en Zwitserse protestanten of ze niet naar de Nieuwe Wereld wilden komen om het land te bevolken. Ze zouden een stuk land krijgen, mits ze het zouden koloniseren en bewerken. Duitse palatijnen, een calvinistische geloofsgemeenschap en Zwitserse calvinisten, beide vervolgd in eigen land, gingen op het aanbod in. Eenmaal hier aangekomen in de county Livingston bleef er van de belofte niet veel over. Bovendien gaven de native Americans hun land en rechten niet op en vochten tegen de Engelsen en iedereen die in hun naam hier wilde komen wonen. De Indianen vochten nooit tegen de Hollanders, daar dreven ze namelijk handel mee en dat was profijtelijk voor beide zijden. Maar de nieuwe invasie werd te vuur en te zwaard bestreden. Dus zochten de nieuwe bewoners een andere stek en trokken uiteindelijk de Mohawkvallei in, langs de Mohawkrivier. Hier vonden Dave’s voorouders een plek waar ze zich konden vestigen en een boerenbedrijf beginnen. Hun huis was een fortificeerd huis met schietgaten er in, het heet dan ook Fort Klock.
Enfin, nog steeds leven er hier in de omgeving van Cooperstown mensen die net zo leven als ze toen gekomen zijn. Ze worden de Amish genoemd en rijden nog met paard en wagen. Hier zagen we er verscheidene van op de weg rijden.
Buiten het expositie gebouw staan meerdere mooi opgeknapte huizen, die geschonken zijn door families uit de omgeving en hier zijn geplaatst. Het is een weverij, een smidse, een boerderij met moestuin en bloementuin, een schooltje, een kerk, schapen, een varken, kippen en kalkoenen en een winkeltje en een drukkerij. Op meerdere plekken waren vrijwilligers bezig om te vertellen over de werkzaamheden. Uiteraard kennen we in het Openluchtmuseum ook dergelijke opstellingen, maar het is goed om te zien dat hier het culturele erfgoed ook bewaard wordt.
Vooral de weverij met de uitgebreide uitleg maakte om mij indruk. Jan had ook oog voor de smid met zijn ijzers in het vuur. Al met al een erg informatieve dag en die was nog niet afgelopen.
We reden langs een erg luxe hotel, dat vroeger in de winter een school voor onopgevoede meisjes was. Uiteraard ligt het nu vlak naast een golfbaan.
Dan hebben na het museum nog 2 missies en dat zijn de Hall of Fame in de Mainstreet en de bakkerij waar Howard altijd zijn (dikke) koffiebroodjes kocht. Die wil Ethel nu ook graag hebben en we gaan ze dus ook kopen. Dan is het tijd voor dat waar Cooperstown in heel de VS beroemd om is en dat is het Honkbalmuseum.
In ca 1920 kocht ene S.J. Clark een bal die bij de allereerste honkbalwedstrijd in 1839 in het Doomsdaystadion gebruikt was. Die wilde hij tentoonstellen en nog veel meer zaken rond het honkbalgebeuren. Samen met wedstrijdreporter F.Frick kreeg hij het voor elkaar om een hier in het midden van Cooperstown een museum met een Hall of Fame neer te zetten precies 100 jaar na de 1e wedstrijd. In 1939 werden de deuren geopend en het heeft de stad geen windeieren gelegd. Er komen veel bezoekers op af, met name jongens en mannen. 2 zeer beroemde honkballers kan ik noemen en dat zijn Hank Aaron en Babe Ruth. Zij zijn legendarisch voor alle honkballers ook vandaag nog en een groot voorbeeld voor de nieuwe generaties. Het heeft veel arme jongens geld en status gebracht, maar ze waren dan ook uitzonderlijk begaafd. Veel honkballers hebben spullen van henzelf aan het museum geschonken, de vitrines hangen vol met shirts, handschoenen, petjes en stokken.
De New York Yankees hebben een eigen tv kanaal en zenden elke avond hun wedstrijd uit. Wij hebben er 2 gezien, ze speelden tegen Baltimore en wonnen beide wedstrijden. Elke ploeg speelt in het seizoen 162 wedstrijden, dat betekent elke dag spelen en de stadions zitten vol. Dat van de Yankees kan 80.000 mensen bergen. Babe Ruth werd in, ik geloof in 1911, door de eigenaar van de club, de heer Ruppert jr gekocht voor 15.000 dollar. Er werden nog meer goede spelers aangekocht en zo klommen de Yankees op naar de hoogste divisie, die ze nooit meer verlaten hebben.
Zaterdagavond gaan wij met Dave en Darlene in Siracuse ook een honkbalwedstrijd bekijken in hun stadion. Deze ploeg speelt niet in de hoogste klasse, maar 1 eronder. We kijken er naar uit.
Om 5 uur vinden we het welletjes en zoeken een restaurant op. Dat is hier niet moeilijk. Na een vegetarische bonenburger, patat en een biertje voor mij en een Bizonburger voor Jan rijden we naar huis. Vlakbij stoppen we nog voor een ijsje, maar ons wordt aangeraden om een small te nemen. Ik neem zelfs een baby ijsje en dat is al mega voor onze begrippen. Toevallig zijn Darlenes kinderen en kleinkinderen hier ook en dat is weer even leuk om elkaar te zien.
We worden om half 9 bij Ethel afgeleverd. Dat was weer een mooie dag met ook nog eens zeer aangenaam weer, zonnig en ongeveer 22 graden.
Morgen hebben we een “Lakeday”. Dan blijven we rond het huis hangen. Jan wil heel graag een paar keer kajakken en ik schrijf mijn verhaal.
Donderdag 15 augustus 2019. Stoner Lake
In Italië is dit een feestdag, want Maria Hemelvaart is een katholieke feestdag. Hier zie je er niets van. De meeste mensen hier zijn Nederlands Hervormd, Luthers, Methodist en een kleine groep Katholiek.
Jan zit al om 9 uur op het water. Dit keer ben ik er bij om hem te fotograferen en te filmen. En dat staat ook al op fb natuurlijk.
Met Ethel loop ik de weg verder af naar het strand, dat is het einde van de doorlopende weg. Hier heeft Darlenes jongere zus Denise haar camp. Net als we daar zijn, komt Darlene aangeroeid met haar 2 kleindochters Eloise en Claire bij haar in de roeiboot. Ze klimmen aan wal en lopen even rond. Wij lopen terug en zij varen terug. Na de lunch gaat Jan weer kajakkend naar de overkant. Daar zal hij met Darlene samen het meer rond kajakken.
Later in de middag zie ik dit nog niet meteen gebeuren. Jan zit namelijk bij Dave in de motorboot en Matt wordt al waterskiend voortgetrokken. En ik zit lekker buiten op het achterterras dit verslag te tikken.
Vanavond is er in het Caroga museum een “icecream” concert. Deze naam spreekt voor zich. Aanbevolen wordt om makkelijke schoenen aan te trekken voor een dansje. In ieder geval gaan Ethel en ik er heen. De stoelen staan al klaar die we mee moeten nemen. Misschien zien we er nog een achternicht van Ethel, die kwam namelijk met haar zoontje van 1,5 al peddelboardend gedag zeggen.
Morgenochtend gaan we Fort Klock bezoeken. Mijn was wordt dan nog een keer gedaan en ’s avonds rijden we dan naar Syracuse. Dat is het eind van ons bezoek aan Stoner Lake en aan Ethel.
Vrijdag 16 augustus 2019. Fort Klock / Syracuse
Onze laatste dag aan het meer.
Voor de laatste keer gaan we op historisch onderzoek uit. In de buurt van St. Johnsville, de plaats waar Dave opgroeide, staat aan de Mohawkrivier een versterkt huis. Het heet Fort Klock en is door de familie Klock in de 18e eeuw gebouwd. Een van de voorouders van Dave was een Klock. De familie stamt uit een Duits geslacht uit de buurt van Main. Door de feodale verhoudingen daar en door gebrek aan verbetering van de levensomstandigheden zochten de Palantijnse gelooofsgenoten, een niet-katholieke groepering, hun heil in de Nieuwe Wereld. Ze waren met ongeveer 3000 mensen met have en goed overgestoken, mede op verzoek van de Engelse koningin Anne. Die had houthakkers nodig om hout te hakken voor de scheepsbouw. Helaas was het naaldhout niet geschikt en werden de Duitsers bedankt voor hun bewezen diensten. Ze werden aan hun lot overgelaten, verjaagd van hun toegezegde land met achterlating van hun spullen. Teruggaan was geen optie en dus zocht men zijn heil verder op. In 1711 vond men een wel langs de rivier en streek men hier maar neer. Ongevaarlijk was het niet en er werd een stenen huis neergezet met schietgaten er in om zich te verdedigen. Er konden wel 100 mensen gehuisvest worden in tijd van nood.
We worden door een echtpaar in klederdracht ontvangen en rondgeleid op het hele gebied. Langs dit stuk van de rivier had de hele groep een concessie gekocht van ene Harrison en je kan de namen op de percelen nog terugvinden. Alles is gedocumenteerd. Het huis staat op perceel nr.11. Er naast zie je namen als Schnell, Zimmermann en nog meer van de Klockfamilie staan.
Er werd een smidse en een schooltje gebouwd. Ook een grote schuur die aan de oost- en aan de westkant open kon, werd gebouwd. Men noemt dit een Hollandse schuur, want bij het dorsen kon het kaf door de wind weggeblazen worden. In de kelder werd de zuurkool en de aardappels en andere oogst opgeslagen. Tijdens de revolutie van 1773 tot 1781 is er ook hier wel gevochten, maar heeft men ook de troepen van mondvoorraad en bier voorzien en ook van munitie. Een van de nazaten van de Klocks, Solomon, zag kans om meerdere percelen samen te voegen en hiermee was het fortuin van de familie geboren. Door latere slechte zaken is men het fortuin ook weer kwijtgeraakt, zoals dat gaat. Je ziet dat er veel Duitse families wonen en de voertaal is dan ook heel lang Duits gebleven. Er is bij de onafhankelijkheid gestemd of de landstaal Duits of Engels moest worden en met maar 3 stemmen verschil werd het Engels, alhoewel de meerderheid Duitssprekend was.
In de 19 eeuw werd er tussen het huis en de Mohawkrivier een spoorlijn aangelegd door VanderBilt. Ook nu nog wordt er driftig gebruik van gemaakt. In de korte tijd dat wij er waren, reden er 3 goederentreinen langs. Van 1 er van heb ik de wagons geteld en dat waren er 137. Personenvervoer per trein is er nauwelijks. Er is altijd vertraging, omdat de goederentrein altijd voor gaat. Bovendien is het land groot, vliegen goedkoper en sneller. Het belang van hoge snelheids lijnen zoals in China wordt niet ingezien. De vliegvelden liggen er allemaal al.
Na dit bezoek was er nog tijd voor een laatste bezichtiging en wel van een overblijfsel van een sluis in het Eriekanaal. De Mohawkrivier lag uiteraard in een vallei, vandaar ook de spoorlijn. Maar de rivier was ook het uitgangspunt voor een goede oost-westverbinding, die George Washington wilde laten aanleggen.
Er werd dus meteen al na de onafhankelijkheid nagedacht over sneller vervoer dan over land. Washington wilde ook een project om meer samenhang en gemeenschappelijk belang van de nieuwe natie mee bevorderen. De 13 staten hadden wel een federale grondwet, maar hadden ook een grote mate van zelfstandigheid weten te bedingen. Elke staat had en heeft nog steeds zijn eigen wetten en regels, mits ze niet tegen de grondwet, de constitutie in gaan.
Maar op 2 plaatsen werden de Appalachen doorsneden, verticaal langs de Hudsonvallei en horizontaal langs de Mohawkvallei. De Hudson mondde uit in New York City, wat in 1800 nog een kleine handelsplaats was. Er kwamen voornamelijk landverhuizers aan uit Europa. Besloten werd om een kanaal te graven van halverwege de Hudson westwaarts. De Mohawkrivier was te onvoorspelbaar om als waterweg te gebruiken. Veel kennis van ingenieurs was er in het nieuwe land nog niet voor handen en het duurde ook nog tot 1817 voordat er geld genoeg gevonden was en de staat New York akkoord ging met het graven er van. Eerst groef men een vlak stuk uit, dat toonde dat men het kon. Daarna breidde men naar oost en west uit. Zo goed als alles werd met de hand uitgegraven en de bodem en de oevers met grote stenen bekleed. Ook werden er totaal 83 sluizen gebouwd. Toen het hele project klaar was, had men al doende geleerd om een knap kanaal te graven. Zo is in 1825 het Eriekanaal in gebruik genomen. Het was 4 voet (1,30m) diep en 40 voet (13 m)breed en 363 (550 km) mijl lang. Het kanaal mondde uit bij Buffalo in het Eriemeer. Met dit kanaal konden de goederen die langs het hele kanaal geproduceerd werden sneller vervoerd worden. De snelle groei van New York City startte meteen al bij de opening van het kanaal. Na 10 jaar werd het vergroot naar 7 voet diep en 70 voet breed. Voor het graven waren er veel loonwerkers nodig. Alle boeren werden per te graven stuk geworven. Ook kwamen er veel immigranten op af. Maar na het openleggen van de toegang naar de Midwest en de hongersnood in 1840 in Ierland kwam de immigratie pas goed op gang. Er werd een wet uitgevaardigd, de Homestead act, waar in vastgelegd werd wat er van de nieuwe bewoners die een stuk land toegewezen kregen, verwacht werd.
Vlakbij Fort Klock ligt nog een overblijfsel van sluis nr. 33. Het kanaal werd met de aanleg van de spoorlijnen na 1860 overbodig. De sluis is weer, voor zover aanwezig, uitgegraven en blootgelegd. Tijdens Dave’s jeugd was het nog een stortplaats voor afval.
Dan is het tijd voor de lunch. Ik eet een broodje kibbeling en Jan een sandwich ham/kaas. Terug op camp moet ik toch gaan pakken. Jan gaat vlug nog een rondje kajakken. Om 5 uur hebben we afgesproken om naar Syracuse te rijden. Daar wonen Dave en Darlene en daar vandaan vertrekken we zondag ochtend vroeg ook naar Minneapolis voor ons volgende reisplan.
Onderweg eten we nog wat en je gelooft het of niet, maar we rijden weer in de stromende regen, net als toen we vorige week woensdag naar Philadelphia reden.
Zaterdag 17 augustus 2019. Syracuse
We hebben een hele dag hier in Syracuse en ook hier is weer heel wat te zien. Syracuse ligt langs het Eriekanaal ongeveer op de helft ervan.
Dit kanaal heeft Syracuse veel voorspoed gebracht. Maar dat was in wisselwerking met het zout dat hier uit de diepte van de aarde omhoog welde.
We gaan dus zowel het museum van het kanaal als het zoutmuseum bezoeken.
Ook rijden wel langs de huizen van zoon Matt, dochter Margaret en moeder Ethel en op visite bij zoon Erich. Kortom een druk programma, dat eindigt met een honkbal wedstrijd ’s avonds.
Om 8 uur gaan we al op pad. Onderweg naar de boerenmarkt ontbijten we. Darlene heeft nog niets in huis gehaald. De eieren smaakten heerlijk. Daarna zijn we over een grote markt gelopen. Die kennen wij wel. In elke stad is er wel zo’n grote markt te vinden. Alle lokale boeren en andere burgers en buitenlui verkopen wat ze te koop hebben. De Amish staan met zelf gemaakte koeken. Er is veel honing en maple leafsyrop te koop. Alle soorten groenten en bloemen ontbreken uiteraard niet.
Dan gaan we naar het Eriekanaal museum. Nu zien we hier hoe er gebuffeld is om het huzarenstuk voor elkaar te krijgen. De dorpen langs het kanaal groeien als kool. In 1818 bestaat Syracuse uit 250 inwoners en dat zijn voornamelijk zoutzieders. Die stoken het gewelde zoute water dusdanig heet, dat er na verdamping alleen nog zout overblijft. Later komen er zoutpannen, het zout blijft voor conservering belangrijk tot de koeling van waren wordt uitgevonden. De eerste persoon die het zout hier vond, was een Fransman die vanuit Canada op expeditie was. Heel lang is Syracuse de voorraadschuur van zout voor het oosten van de VS geweest. Later werden er in Utah, Kansas en nog een paar staten ook zout gevonden.
Het is voor de groei van Syracuse de vraag van de kip en het ei, of te wel, groeide de stad doordat er zout gevonden was en snel vervoerd kon worden of door het snelle vervoer kon er meer gewonnen worden?????? De inkomsten van de stad schoten omhoog en de privaatbanken schoten als paddenstoelen uit de grond. Dat geld kon weer uitgeleend worden voor allerlei andere bedrijven die hier ontstonden, o.a. de scheepswerven, bierbrouwerijen en aanverwanten. Al binnen 10 jaar waren er 31.000 inwoners gekomen. Veel van de Ieren zijn na het graven gebleven, werk genoeg. Er werden nu nog een paar andere kanalen gegraven.
De zoutzieders hadden ’s winters geen werk en maakten dan van wilgentenen allerlei manden. Dit museum hebben we geschrapt. We zaten namelijk in een café vast vanwege een enorme hoosbui.
Na nog een gezellig bezoekje aan de andere zoon en zijn vrouw en 4 kinderen, zijn we gaan eten bij een legendarisch bbq house, namelijk The Dinosaur. Er was niks te veel gezegd. De spareribs waren voortreffelijk.
Toen we weer buiten stonden, was het weer dusdanig opgeknapt, dat we toch nog naar de honkbalwedstrijden konden gaan kijken. Even doen als de Amerikaanse families hier ’s avonds doen. Tussen de innings door laten kinderen allerlei leuke activiteiten zien, waaronder zaklopen. Ik keek mijn ogen uit.
Kortom, een drukke maar wederom een zeer leerzame dag.
Morgenochtend vliegen we al om kwart voor 7 naar Minneapolis voor de riviercruise op de Mississippi. Dat wordt om 4 uur de wekker en om 5 uur wegrijden. Dit fantastische deel van de reis zit er op. Wat hebben Dave en Darlene ons veel laten zien en ons veel geleerd over de V.S. Het was geweldig wat ze voor en met ons gedaan hebben. Ook Ethel heeft haar steentje bijgedragen door haar camp voor ons open te stellen. Dankbaar kijken we op deze 2 weken terug. Op naar een nieuw avontuur van noord naar zuid over de Mississippi. Daarover in week 3 meer.